Voor je mentale welzijn
Gevoelens van stress, spanning, angst, depressie, of niet kunnen slapen omdat je je teveel zorgen maakt, zijn psychische of emotionele problemen. Vaak zijn deze problemen ‘gewone’ reacties op moeilijke situaties waarmee je als mens geconfronteerd wordt. Het zijn dus geen neurologische of genetische kwesties en er is ook geen sprake van een hersenziekte. In zo’n gevallen is het mogelijk om deze problemen te voorkomen of aan te pakken door je mentale veerkracht te vergroten.
Het model van Carol Ryff
De Amerikaanse psychologe Carol Ryff heeft een model opgesteld waaraan je psychisch welzijn kunt toetsen. Het bevat zes elementen die je in zekere mate moet hebben om mentaal veerkrachtig te zijn:
Zelfaanvaarding
Je bekijkt jezelf en je leven op een positieve manier. Je herkent, erkent en aanvaardt de verschillende kanten van je persoonlijkheid – zowel de goede als de slechte.
Persoonlijke groei
Je hebt de indruk dat je je voortdurend verder ontwikkelt. Je staat open voor nieuwe ervaringen. Je hebt de indruk dat je je potentieel verwezenlijkt. Je merkt dat de verbeteringen in je persoonlijkheid en je gedrag het resultaat zijn van een grotere zelfkennis en efficiëntie.
Een levensdoel
Je moet de indruk hebben dat je verleden en je toekomst zinvol zijn.
Positieve relaties met anderen
Je hebt warme en bevredigende relaties met anderen. Je bent bezorgd om het welzijn van anderen. Je voelt empathie, affectie en intimiteit. Je kunt geven en nemen.
Meesterschap over je omgeving
Je hebt een zekere controle over je omgeving en je kunt daar mee om. Je ziet opportuniteiten en grijpt ze. Je slaagt erin om een omgeving te scheppen die beantwoordt aan je persoonlijke noden en waarden.
Autonomie
Je bent zelfstandig en bepaalt je eigen weg. Je kunt weerstaan aan sociale druk op het vlak van handelen en denken. Je reguleert je gedrag vanuit jezelf. Je beoordeelt jezelf op basis van je eigen maatstaven.
Hoe voed je je mentale veerkracht?
Om je goed te voelen in je hoofd, moet je jezelf verzorgen. Er is een fysieke component (genoeg bewegen, gezond eten…), maar ook een mentale. Hier zijn een paar tips.
Hou van jezelf. Aanvaard je beperkingen, maar geniet van wat je wél kan en waar je wél goed in bent. Focus op dat wat je goed doet, en verlies je niet in zelfkritiek. Geef jezelf af en toe een schouderklopje.
Probeer af en toe iets nieuws. Mensen zijn gewoontedieren, maar een grens verleggen of een nieuwe ervaring uitproberen, doet je goed. Omgaan met kleine veranderingen wapent ons tegen de schok van grote veranderingen waarmee het leven ons confronteert.
Kijk naar het heden en de toekomst. Blijf niet hangen in het verleden. Slaag je er niet in om zelf uit je verleden te ontsnappen, overweeg dan professionele hulp.
Onderhoud je contacten met mensen die belangrijk voor je zijn. Tijd doorbrengen met je geliefden is goed voor je. Knuffels hebben trouwens een uitstekend effect op je gemoedstoestand.
Houd je macht in handen. Laat je eigenwaarde niet bepalen door anderen, en durf nee te zeggen. Bekijk jezelf niet als een slachtoffer van omstandigheden, maar maak zoveel mogelijk bewuste keuzes. Ook als je je leven in dienst stelt van anderen, heb je grenzen. Kom op voor jezelf.
Durf eens alleen te zijn. Neem tijd voor jezelf. Door alleen zijn met je gedachten, of te mediteren, kan je je batterijen opladen.
Dirk De Wachter, de bekende psychiater, krijgt ook vaak te maken met Burn out, hij heeft een uitgesproken mening over de oorzaken en symptomen:
Burn-out neemt epidemisch toe.
Het lijkt niet te controleren.
Het lijkt een soort van lek te zijn
naar werkonbekwaamheid
dat onstuitbaar is.
Dr. Pia Cox, medical manager bij AG Insurance, zij ontwikkelde mee het zorgtraject dat door de verzekeraar wordt aangeboden:
Burn-out kadert eigenlijk binnen
een geheel van psychische aandoeningen
en daar zien we dat de cijfers enorm
gestegen zijn in de laatste tien jaar.
Als we zien dat tien jaar geleden
ongeveer 200.000 mensen
langdurig afwezig waren op de werkvloer,
dan zien we nu
dat het cijfer verdubbeld is, dat we
spreken over meer dan 400.000 mensen.
Van alle dossiers
met psychische aandoeningen,
zien we dat twee derde eigenlijk
te wijten is aan burn-out.
Isabelle Hansez, professor Arbeidspsychologie aan de Universiteit van Luik:
De essentie over welzijn op het werk
is ook vastgelegd in de wet.
En dat is preventie. We moeten werken
aan de werkomstandigheden
voor de eerste symptomen
de kop opsteken,
of dat nu geestelijk of lichamelijk is.
Gerrit Van de Mosselaer is teamcoördinator bij de FOD Sociale Zekerheid. Vanuit zijn ervaringen binnen zijn team, geeft hij een concrete visie op de problematiek van stress en burn out op het werk:
Het gaat vooral vaak
over de balans werk-privé
en de reglementaire kaders die er moeten
zijn qua arbeidsduur, arbeidstijden,
verlofstelsels die daar ook
een rol in spelen,
dus ik denk inderdaad dat de overheid
op die manier wel een rol kan spelen
en een kader ter beschikking
kan stellen,
dat maakt dat je die balans werk-privé,
dat die haalbaar is voor iedereen
in de maatschappij.
Isabelle Hansez:
Bij Fedris, het Federaal agentschap
voor beroepsrisico's,
hebben ze een project opgezet.
Dat loopt in twee sectoren,
de banksector en de zorgsector.
Mensen die nog aan het werk zijn,
maar wel onder hun werk lijden,
krijgen een individueel takenpakket
voorgesteld dat beter bij hen past.
Zo is er een netwerk
van 60 of 70 burn-outspecialisten.
Die mensen zijn in heel België actief
en hebben een dubbele rol.
Ze kennen de bedrijfswereld
en kunnen de situatie goed beoordelen.
Ze zijn opgeleid in de psychopathologie
en kunnen daardoor
verschillende diagnoses stellen.
Ze optimaliseren de werkomstandigheden
zodat de mensen voldoening halen
uit hun werk
in plaats van dat het ze
een negatief gevoel geeft.
Dirk De Wachter:
Blijkbaar is onze goede wereld,
die veel voordelen heeft,
voor heel veel mensen te zwaar.
Dat blijkbaar een maatschappij
die zo doordramt,
veel collateral damage veroorzaakt.
En dan zegt men:
Ja, maar we moeten de mensen
wat meer achter hun veren zitten
en ze moeten leren
om het tempo aan te kunnen,
maar dat schijnt toch niet te werken.
Het tempo zelf lijkt
een probleem te zijn
en dan moeten we durven,
fundamenteel,
het systeem zelf in vraag stellen.
En dat is heel moeilijk,
want dankzij dat systeem
hebben we ook heel veel comfort
en heel veel voortuitgang
en heel veel goeie zaken,
dus dat is een heel moeilijke affaire.