Wat is burn-out?
De Hoge Gezondheidsraad (HGR) definieert burn-out als een uitputting die het gevolg is van een (langdurig) gebrek aan evenwicht tussen de toewijding van een mens en wat hij ervoor terugkrijgt. Die uitputting maakt dat je je emoties minder goed kan beheersen en dat je cognitieve vermogens verminderen. Dat kan op zijn beurt leiden tot een verandering in je gedrag en houding – het schept een mentale afstand. Het resultaat is dat je je inefficiënt voelt.
Een stukje geschiedenis
De Amerikaanse psychiater Freudenberger gebruikte het concept burn-out voor het eerst in 1974, om de uitputting op het werk van hulp- en zorgverleners te beschrijven.
In het begin van de jaren '80 ontwikkelde sociaal psycholoog C. Maslach een instrument om burn-out te beschrijven: de Maslach Burn-out Inventory (MBI). Dit model wordt nog steeds op grote schaal gebruikt. Het beschrijft burn-out als een syndroom met drie dimensies:
- Emotionele uitputting: een vermoeidheid die zo extreem is dat de rusttijden ze niet meer kunnen compenseren. Ze wordt dan chronisch.
- Depersonalisatie (cynisme): een negatieve, cynische, onverschillige houding tegenover het werk. Deze dimensie kan je beschouwen als een aanpassingsstrategie van de persoon aan de druk die hij/zij voelt.
- Achteruitgang van de persoonlijke voldoening: de persoon voelt zich inefficiënt en verliest zijn/haar eigenwaarde.
In de huidige medische referentiehandboeken ICD-10 en DSM-5 is burn-out geen officiële diagnose. In de ICD wordt burn-out wel vermeld als een factor die een impact heeft op de gezondheidstoestand, onder ‘stoornissen te wijten aan moeilijkheden om zijn leven te regelen’. Het komt ook in de buurt van andere stoornissen waarvoor een definitie bestaat: neurasthenie (ICD), de ‘aanpassingsstoornis met werkinhibitie’ of ‘professioneel probleem dat niet toe te schrijven is aan een geestelijke pathologie’ (DSM). Bijgevolg bestaan er veel verschillende definities naast elkaar.
Medische uitsluitingsdiagnose
Voor burn-out bestaat er geen medische diagnose op basis van je klachten. Dat komt door het gebrek aan:
- een officiële diagnose in de medische referentiehandboeken,
- een algemeen aanvaarde diagnosetool, en
- unieke/specifieke symptomen – burn-out deelt immers symptomen met depressie, aanpassingsstoornissen, angststoornissen en dergelijke.
De diagnose van burn-out is daarom wat we een ‘medische uitsluitingsdiagnose’ noemen. Je krijgt dus een diagnose van burn-out nadat je dokter andere ziekten uitgesloten heeft. De dokter identificeert een burn-out op basis van:
- je voorgeschiedenis en omstandigheden,
- je klachten en symptomen,
- een analyse van je werkomstandigheden (chronologie en duur van de gebeurtenissen, en uitlokkende factoren van het onbehagen), en
- de factoren van je individuele gevoeligheid.
Nadien zal de dokter ook een analyse maken van je geestelijk en lichamelijk functioneren. Het is zeer belangrijk dat hij of zij zich daarbij baseert op de dagelijkse realiteit van jouw werk.
Differentiële diagnose
Om een diagnose te stellen, is het belangrijk dat je arts eventuele fysieke, psychiatrische en neurologische aandoeningen identificeert, en ook de andere stoornissen die je misschien tegelijk vertoont. Om vast te stellen of je een depressie hebt, bevelen we aan dat hij of zij schalen zoals de Hamilton Depression Scale (HAMD) of de Beck Depression Inventory (BDI) en klinische criteria gebruikt. Deze twee elementen vormen dan een aanvulling op de analyse van jouw klachten.
Instrumenten
Er bestaat geen algemeen aanvaard instrument voor de diagnose van burn-out. Sommige instrumenten worden wel ter informatie gebruikt:
- Maslach Burn-out Inventory (MBI): deze tool wordt veel gebruikt in studies. Je kunt er geen diagnose van burn-out mee stellen, maar wel de psychologische symptomen op het werk evalueren. De MBI bestaat uit 22 vragen in 3 domeinen: emotionele uitputting, depersonalisatie (cynisme) en psychologische vervulling.
- Oldenburg Burn-out Inventory: dit instrument is gebaseerd op een model dat lijkt op dat van de MBI, maar zonder de dimensie van persoonlijke vervulling.
- De Copenhagen Burn-out Inventory en de Shirom Melamed Burn-out Measure: deze instrumenten peilen alleen naar de dimensie van uitputting.
- De Utrechtse Burn-out Schaal (UBOS). Dit Nederlandse equivalent van de MBI evalueert 3 dimensies van burn-out: emotionele uitputting, afstand en verminderde competentie.
Er is geen biomarker waarop je je kunt baseren om de diagnose van burn-out te stellen.
De Burnout Assessment Tool (BAT) is een nieuw meetinstrument voor burn-out ontwikkeld door KU Leuven. Deze zelfbeoordelingsvragenlijst is gebaseerd op de nieuwe definitie van burn-out en beschikt over klinisch gevalideerde grenswaarden. Hierdoor kan hij een ondersteuning bieden aan eerstelijnshulpverleners bij de diagnose van burn-out, aan organisaties bij het inschatten van het risico op burn-out en kan hij patiënten opvolgen doorheen de tijd.
Stefie, werkt als begeleidster in Atelier Groot Eiland. Voor haar Burn out werkte ze met minderjarige vluchtelingen. Stefie wee twat er nodig is om een gezonde werkomgeving te verkrijgen:
O, ik herinner mij...
Mijn dochter was toen twee.
...dat ik de metro nam
en dat ik op een bepaald moment besefte:
Ik sta op de metro,
ik heb mijn kind bij me,
waar ben ik in godsnaam
naartoe aan het gaan?
Ik was gewoon buiten de werkelijkheid.
Dr. Pia Cox, medical manager bij AG Insurance, zij ontwikkelde mee het zorgtraject dat door de verzekeraar wordt aangeboden:
Het is zo dat voordat de persoon
in arbeidsonbekwaamheid gaat,
dat er eigenlijk al vaak
een lange periode aan voorafgaat,
waarin de persoon zich niet goed voelt.
Er is een periode
van fysische vermoeidheid,
maar ook emotionele vermoeidheid
en het is eigenlijk die opstapeling
van vermoeidheid,
waardoor die persoon op een dag uitvalt.
Vaak spreken ze over:
Het licht ging uit,
ik ging tegen de muur.
Het is zo'n beetje dat moment
dat beschreven wordt.
Len, werkte als journalist toen hij een burn out kreeg, hij wil zijn ervaring delen om andere mensen te wijzen op de impact van een burn out:
Want op een dag ben ik gewoon ook
op mijn werk helemaal geblokkeerd.
Ik kon niet meer bedenken wat ik moest
doen om aan een artikel te beginnen,
iets wat ik eigenlijk gewoon dagelijks
doe en zelfs die dag al gedaan had.
Ik wist gewoon niet meer
hoe ik een artikel moest maken.
Dat was echt
een soort van mentale blokkade,
gewoon me niet meer realiseren
wat de volgende stap was.
Lies is zelfstandig consulent, voor haar Burn out werkte ze voor de overheid:
Iedereen die de dag dat dat gebeurd was,
iedereen die daar was,
heeft dat zien gebeuren.
Ik weet niet juist meer
wat er gebeurd is, maar ik ben echt...
Kortsluiting gekregen eigenlijk.
En dan heb ik heel veel telefoons
gekregen van collega's die allemaal...
Ik denk dat het merendeel wel begreep
vanwaar het kwam.
Marijke, is bediende, zij merkte dat er iets met haar aan de hand was. Het bleken stressgevoelens te zijn die haar richting een Burn out duwden:
Gewoon het feit dat mijn huisarts
de vraag stelt:
En hoe gaat het met u?
Dan ben ik gewoon gecrasht.
En dat deed mij wel beseffen:
dit is niet oké.
Linda, heeft twee jaar geleden een burn out gekregen, ze zoekt nog naar oplossingen:
Dat was precies alsof het hier brak.
Ik kon niks meer
en ik kon ook niet meer gaan werken
en toch heb ik het nog geprobeerd, maar
ik zag de hoeveelheid mails en ik dacht:
O nee, dit kan niet.
En ik ben terug naar huis gegaan
en alles is...
Isabelle Hansez, professor Arbeidspsychologie aan de Universiteit van Luik:
Er is dan wat tijd nodig
voor je snapt wat er aan de hand is
en die geestelijke en lichamelijke
toestand aanvaardt.
Het is ook iets lichamelijks,
want je bent vermoeid
en je hebt geen energie meer.
Er is dus tijd nodig
voor je dat allemaal kunt aanvaarden
en de burn-out kan worden vastgesteld.
Lies:
In het begin was dat zo van:
je bent moe en je hebt rust nodig.
Maar dat werd niet zo gezegd.
Ik had er ook heel veel tijd voor nodig
om dat te aanvaarden. Ik denk, de eerste
maanden wist hier niemand in de buurt
of van mijn vriendinnen dat ik iets had,
mijn familie wist dat niet.
En het is eigenlijk pas na, denk ik,
een maand, een maand en een half
thuis te zitten, dat die term, burn-out,
voor het eerst echt gevallen is.